Het voeren van een civielrechtelijke procedure is vaak duur en tijdrovend. Ook andere vormen waarmee je je recht kunt halen - zoals mediation en arbitrage - zijn vaak niet goedkoop. Maar, er is nog een andere mogelijkheid.
Artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering biedt namelijk ook nog een ander, vrij onbekend en weinig toegepast alternatief. Volgens dit artikel kunnen partijen zich tot de kantonrechter van hun keuze wenden om een beslissing van de kantonrechter te vragen. En dat heeft zo zijn voordelen.
Griffierecht
Zo is een procedure bij de kantonrechter in veel gevallen goedkoper dan een procedure bij de handelskamer van de rechtbank of bij arbiters. Voor de behandeling bij de kantonrechter moet griffierecht betaald worden. Op dit moment is dat voor niet-natuurlijke personen maximaal € 1.384 en voor natuurlijke personen € 693. Voor onvermogenden is het griffierecht maximaal € 86.
Verder kan de kantonrechter in gewone zaken geschillen behandelen met een belang tot maximaal € 25.000, tenzij het bijvoorbeeld om arbeids-, consumenten- of huurzaken gaat. Maar deze grens geldt in de procedure van artikel 96 Rv niet.
Een derde voordeel is dat de kantonrechter niet verplicht is het wettelijke bewijsrecht - dat vaak dwingend en formeel is - toe te passen. Tenzij partijen er voor kiezen om dat bewijsrecht wel van toepassing te laten zijn.
Deurwaarder
Ook het formele procesrecht is niet van toepassing. Het is de kantonrechter die bepaalt hoe de procedure wordt gevoerd, bijvoorbeeld hoeveel schriftelijke rondes er zullen zijn en welke termijnen er gelden voor het indienen van (proces)stukken. Vaak is deze procedure sneller dan een gewone bodemprocedure bij de rechter of bij arbiters.
De uitspraak van de kantonrechter kan direct worden uitgevoerd door een deurwaarder. Dat is bij mediation en arbitrage niet het geval. In dat geval moet de rechter toestemming geven voordat de beslissing kan worden uitgevoerd.
Nadelen
Heeft een dergelijke procedure dan alleen maar voordelen. Nee, er kleven ook een paar nadelen aan.
Allereerst kan de procedure alleen worden begonnen als er al een geschil bestaat tussen partijen. Je kunt dus niet voordat er een geschil is ontstaan al naar de kantonrechter.
Daarnaast geldt: it takes two to tango. Beide partijen moeten het erover eens zijn dat zij deze procedure willen voeren. En moeten de procedure dus samen starten door bijvoorbeeld samen een verzoekschrift bij de kantonrechter in te dienen.
Verder geldt dat de procedure alleen kan worden gevoerd voor zaken die door de partijen vrij kunnen worden bepaald. Daaronder vallen bijvoorbeeld consumentenzaken, arbeidszaken en huurzaken maar geen strafzaken en familiezaken.
Hoger beroep
Ten slotte kun je in beginsel niet in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter. Als je toch in hoger beroep wilt, zullen de betrokken partijen die mogelijkheid vooraf uitdrukkelijk als voorbehoud moeten aangeven.
Maar ondanks deze nadelen is het toch jammer dat veel partijen - of hun advocaten of hun gemachtigden - deze mogelijkheid vaak over het hoofd zien. Een dergelijke procedure biedt een laagdrempelige en vaak goedkope(re) en snellere mogelijkheid om je recht te halen.
Wil je weten of een procedure bij de kantonrechter jou kan helpen om je recht te halen? Brandmeester kan daarbij helpen. Doe de check en kom erachter waar je recht op hebt.
Doe de check